Goede IB -scores – zoals bij eventuele academische kwalificaties – zijn subjectief en zijn sterk afhankelijk van de doeluniversiteit van een student (en het land) en de voorkeurscursus. Alle IB -studenten moeten minimaal 24 punten scoren voor zes vakken. De gemiddelde IB-scores door de jaren heen zijn variëren van 28-30 punten.
Top Amerikaanse universiteiten zoals Harvard en Yale vereisen dat kandidaten ten minste 36-38 punten scoren om in aanmerking te komen voor plaatsing.
Het kwalificatieproces wordt opgevolgd met de beoordeling van leiderschapskwaliteiten, sportieve onderscheidingen en andere niet-academische prestaties. Prestigieuze Britse universiteiten zoals Oxbridge kunnen prioriteit geven aan nationale normen zoals IGCSE, boven IB -scores.
Aan de andere kant kunnen sommige particuliere universiteiten een medische cursus bieden voor 27 IBDP -punten.
Een goede IBDP-score kan echter in het algemeen worden geïnterpreteerd als een score die kansen creëert om lid te worden van een fast-track systeem binnen een vooraanstaande universiteit. Straight 7s in 3 HL -onderwerpen kunnen bijvoorbeeld kandidaten kwalificeren voor de geavanceerde status van Harvard, waar studenten bepaalde introductiecursussen kunnen omzeilen en een jaar eerder kunnen afstuderen dan hun collega’s.
Hoewel studenten de hoogst mogelijke score van 45 IBDP -punten kunnen behalen (wat zich vertaalt naar 1% van de totale IB -afgestudeerden), kan universitaire toegang uiteindelijk worden beslist door een uitgebreide analyse van het potentieel van een kandidaat (d.w.z. sociale bijdragen en participatie) en de relevantie van IB -kernonderwerpen.